Viel ik daar toch wel midden in de vergadering (?) binnen. Zeer onverwacht, misschien wat spelbrekerig, maar de ontvangst was meer dan hartelijk.
De glimlach die minstens 20 kilometer op mijn gezicht gebeiteld bleef, was heerlijk. Niet zo’n lieve wat-ben-ik-toch-gelukkig-glimlach, maar een ondeugende jongens-wat-heb-ik-nou-aan-mijn-fiets-hangen-smile van het ene oor tot het andere.
Ik zat bijna luidop te grinniken in de bus. Het lot, wat kan het anders zijn, bracht me tot bij Ann en Skolgen. Gewoonlijk steek ik net op dat punt de straat over. De mooiste winkels zijn aan die kant. Vandaag dacht ik bij mezelf: “Laat ik nu eens rechts blijven, en even naast dit prachtig gebouw lopen.” Soms doet het me denken aan een aquarium: je kijkt perfect binnen.
En dat deed ik ook vandaag. Na drie stappen had ik door dat ik de mevrouw en de meneer die gezellig koffie zaten te drinken al eens eerder zag. Waar? Wanneer? Wie waren dat ook al weer?
Ik moest maar een blik op mijn eigen roze sjaal werpen en mijn euro viel ter plekke. Zou ik? Neen! Ja? Misschien? Met alle verlegenheid in die roze sjaal verborgen, stapte ik binnen en sprak de roemrijke woorden: “Sorry dat ik stoor (moesten we vroeger op het bureau van zuster directrice ook altijd zeggen) maar ik kom u even mijn roze sjaal laten zien.” De knuffel die ik toen kreeg, deed alle twijfel verdwijnen. Skolgen is een zeer lieve man, met veel enthousiasme. Ann kreeg er waarschijnlijk geen speld tussen, maar dat maak ik volgende week op het Girl Geek Dinner wel goed. Eigenlijk had ik zelfs nog zin om me aan tafel te zetten en een tas thee te bestellen. Maar dat zou wat té vrank en vrij geweest zijn. Volgende week dus, koffie en thee … ik trakteer. Want zijn roze sjaal … is nog altijd te kort!
Zeg het eens …