“Amai, dat is dan ook wel een dure hobby?” Ze stelt de vraag en de twee ietwat oudere dames lachen eens en knikken bevestigend.
“Hoe lang zijn jullie al fan?” is de wedervraag. We kijken elkaar aan en ik voel me even in het niet vallen. Dan glimlach ik en zeg:”Sedert de jaren 80.” Ze kijken ons bewonderend aan. Het lijkt alsof ik stijg in hun achting, alsof mijn ‘fanschap’ een vrijbrief tot adoratie is. Mijn hoofd schudt ontkennend voor ik het weet. Het is pas mijn tweede concert. Ik heb bijna al zijn cd’s, en minstens 3 ‘best of’ en toch mocht ik hem pas voor de tweede keer meemaken.
Deze dames volgen hem overal. Ze zien elk concert zoveel ze kunnen, overnachten in een hotel als hij in Nederland optreedt en besteden aldus fortuinen aan ‘fan’-zijn. Het is hun passie, terwijl het mij wat doet denken aan Clouseaumania.
Wanneer ben je een ECHTE fan? Als je alle concerten ‘doet’ of wanneer zijn liedjes, zoals voor mij, het verhaal van je leven vormen? Als je keel samenknijpt, zogauw hij zijn ‘r’ laat rollen en hij met fluweelzachte stem je onderbuik doet bewegen? Als de tranen over je wangen stromen, bij het beluisteren van “De ontmoeting”? Als je een heel concert denkt: “Ja, het kan, met puur emotionele, sentimenteel poëtische teksten iets mooi maken, iets prachtig, iets dat mensen roert?” Terwijl je zelf zo dikwijls hunkert naar dat ‘kunnen’. Als de woorden in je hoofd beginnen te vloeien, struikelen over elkaar en je gewoonweg MOET opschrijven wat daar in dat hoofd, in dat hart en in die ziel over elkaar valt?
Mijn naam is Tantieris en ik ben fan van Frank, al sinds de jaren 80. En ik ben daar trots op.
Zeg het eens …