Het moet gezegd worden. Mijn tong ziet blauw van ingehouden woorden. Ik kijk naar hem en draai me om. We eten samen en zwijgen. We zitten naast elkaar maar kijken niet meer in dezelfde richting. We verliezen elkaar, elke dag een beetje meer.
Ik kijk … hoe hij kleiner wordt, hoe hij grijzer wordt. Zijn glimlach is in bitterheid verloren gegaan. Zijn passie is wég, opgeslorpt door dagelijkse beslommeringen, door een keiharde realiteit die wonden slaat. Littekens die nooit verdwijnen.
Mijn hart krimpt samen, slaat een slag over bij zijn aanraking. Terwijl hij vroeger probleemloos mijn ziel kon strelen, huiver ik nu wanneer hij mijn hoofd aait.
De woorden branden. Ik weet wat hem te doen staat, ik wil het uitschreeuwen maar ik zwijg en ik slik. Alleen hij kan de stap zetten, het is zijn strijd, zijn gevecht.
Maar stilaan wordt het ook het mijne. En ik ben niet sterk genoeg.
Zeg het eens …