Grote mond

5 06 2008

Ik heb een groot bakkes …

Ik ben een stoere of liever, ik doe alsof. Ik fake me soms te pletter. Alleen al om overeind te blijven en ‘jamais de ma vie’ te tonen dat ik in mijn broek doe van de schrik. Ge zult mij ni hebben! Ik blijf groot en sterk en stevig en ….

Mijn hart klopt in mijn keel. Echt, dat kan dus. Dan trekt al mijn speeksel weg en voel ik mijn wangen tomaten worden. Zelfs mijn oren lijken te wijken en mijn voorhoofd wordt minstens 5,5 cm langer.

Nu al angstig, nu al weer bang … om te gaan, om er te zijn. Om er te staan.

Gewoon, omdat sommige mensen écht niet netjes zijn, écht niet lief en écht niet zacht. Omdat sommige mensen op hun ziel tatoeëren dat hun hart vol emotie, liefde, medeleven is, terwijl ze diep vanbinnen berekenend, sluw, listig en gemeen zijn. Ze spelen zo goed toneel dat iedereen het gelooft. Alleen ik zie het, en het maakt me bang. Je weet nooit uit welke richting dé slag zal komen. Niemand zal die slag zien, niemand zal mijn schild zijn. Ik moet het alleen doen en dat maakt me meteen 20 cm kleiner.

Gelukkig dat mijn voorhoofd groeit. Nu de rest nog … en vooral ikzelf.