5 07 2008

Er was een tijd, ongeveer 14 jaar geleden, dat een verkoopster me zei: “Mevrouw (’t was een dure winkel en ’t was voor een kleed waarin ik dus effectief ‘mevrouw’ ging worden), met uw figuur kan u alle stijlen aan.” Compleet met handgebaren, rollende ogen en open mond.

Het zwartgeverfde, aziatisch-italiaansgetinte poppemieke van gisteren (u hoort aan de toon hopelijk dat ze NIET in mijn smaak viel) was duidelijk geen getuige geweest van voorgaande euforische moment. Waarschijnlijk leerde ze pas lezen of schrijven of misschien wel stappen op het ogenblik dat zo’n compliment mij deed zweven en wolkachtig drijven op de vleugels van mijn prachtig vierentwintigjarig figuur.
Neen, zij deed verontschuldigend haar beide handen in de lucht en zei (met lichte toonsverhoging): “Mevrouw (tegenwoordig zie ik er dus ook effectief zo uit), ik goa doar ierlaaik in zaain. Dat goat té smal oatvallen. Zelfs ikke muoet dat in nen 3 aenduun. Allez joa, ik ben doar liever ierlaaik in, ee. U moogt het altaaid passen, doar ni van, moar ik vries erveur.”

Met een groene glimlach stapte ik terug buiten. Dit was de allereerste keer dat me dat overkwam. Een verkoopster die mij té dik verklaart voor HET droomkleed waar ik al een half jaar over loop te kwijlen. (site klikken, nummerke 3, drie in het rood, DROOOOOOOOMKLEED).

Het huilen stond me nader dan het lachen. Om beide redenen dus: droomkleed lost in rook op en het feit dat ik echt te dik blijk.

Ik verander dit blog van wildehuisvrouwenblog in een midlifecrisisprémenopauzezaaaaaagblog. Sorry, misschien verander ik volgende week van idee. Wanneer mijn hormonenhuishouding weer in orde is.





Leven is een kaartspel 19

5 07 2008

Ruiten zes:

Kom overeind. Blijf wakker. 





G.

5 07 2008

Hij komt binnen. Op sandalen met houwtje-touwtjehemd aan. Bruingrijze baard, mooie witte tanden, grappige ogen achter ziekenkasbrilletje. Goeiemorregeun!

– “Tantieris, ik heb plannen met jou vandaag!”

Zijn dubbelzinnige glimlach doet me schateren. O, plannen? Vertel!

– “Vandaag wandelen we naar de Schelde. Dat heb ik met jou nog niet gedaan. We gaan daar op een terras zitten en we genieten.”

Zijn handen gebaren wijd, hij lijkt de Schelde al te omvatten. De sterretjes in zijn ogen spreken van zon en water en goesting. Goesting om met volle teugen alles te doen wat je met een collega maar kan doen. Genieten van de Schelde dus. Hij en ik … op dat terras. Met een koffie en een thee. En stilte … want soms zijn woorden er te veel aan.

G., ik zie hem graag. Zo’n collega wens ik iedereen toe.