Ik haal net
dat stomme toilet …
NIET.
Ik haal net
dat stomme toilet …
NIET.
Dikwijls gebeurt dat. Dat onderhuids gekriebel komt opzetten. Niet krabben, niet krassen, blijf eraf, blijf eraf. Negeer de jeuk, verbijt de kitteling. Hoe meer aandacht je er aan schenkt, hoe erger het wordt.
Niet aan denken, niet naar kijken.
Ik kan het toch niet laten. Met het vergrootglas in aanslag bekijk ik de situatie van alle kanten. Dwars door mijn defensie komt het verraad aanrollen als het paard van Troje. Met in de onderbuik het gif dat uiteindelijk mij zal doden. Of toch niet?
Ik voelde het al aankomen. De afstand werd groter. Het zwijgen dieper. De bezoekjes verminderden. Het contact verwaterde. Zonder enig besef.
Vandaag weet ik waarom. De wonde ligt weer even open. Te hard gewreven. Om de jeuk te verdrijven.
Toch blijf ik schrapen. Heen en weer, heen en weer. Uit angst in het verkeerde ritme te komen, wrijf ik me te pletter.
Want wanneer zelfs je eigen familie heult met de vijand, is de gifbeker niet veraf.
Zeg het eens …