Symptomen

5 08 2008

Ik herken ze. Al.

Ik ken de oorzaak. Reeds.

Ik weet wat me te doen staat. Toch …

Moedeloos. Met de nadruk op moe. Sommige gevechten zijn het strijden niet waard. Toch …

word ik geduwd. Naar datgene dat me verkrampt, bevriest, doodt, zal doden. Dramatiek is me niet onbekend. Ik weet het, het is vermoeiend. Niet in het minste voor mezelf.

Dit gevoel komt meestal na de overwinning. Ik stond er, ik deed het, datgene waar ik al jaren op oefen. Mijn mening mocht gehoord en er werd effectief geluisterd. Trots was is. Toch …

het gevoel van verlies. Want luisteren is niet altijd horen, is niet altijd rekening houden met.

Gedwongen tot een actie die me tegenstaat, die me niet eigen is. Ik ben niet manipulatief, niet assertief, niet achterbaks, geen roddelkous … ik bén dat niet. Ik probeer heel erg het wel te worden, het lijkt me dat zo’n mensen altijd winnen, dat de wereld naar hun pijpen danst. Gewoonweg jezelf het middelpunt vinden, zorgen dat de Greenwichmeridiaan door uw g… loopt, anderen aan uw kant kleven, en de waarheid lichtjes geweld aan doen, nét genoeg zodat het geen leugens worden maar geloofwaardige argumenten.

Op een dag als vandaag heb ik de ongelooflijke nood aan lief-zijn. Mensen die me aaien, die me strelen, die mijn gezeur voor lief nemen. Toch …

ben ik bang. Dat ze mijn downmomenten niet meer zien zitten en zeggen dat het onderhand wel genoeg is geweest.

Meestal ben ik mijn grootste gesel, mijn eigen grootste criticus.

Vandaag niet. Ik vergeef mezelf elke fout, elke misstap, elke bedoeling die goed startte maar fout afliep. Iemand moet het doen, iemand moet me graag zien. Ik vooral … ik vooral.

Want ik kan alleen maar zeggen wat ik weet, ik ben nodig in mijn leven.
Ik zal branden aan de hemel, als alle andere sterren doofden.
Leid me zachtjes de morgen in, want de nacht was zwaar.