War games

7 08 2008

Als in een videospelletje, zo voel ik me. ’t Is dat ik er niks van ken (ik ben nog van de generatie van Atari of zoiets) maar stel u een kruising van Pac Man en Lara Croft voor.

Ik loop door een desolaat landschap te rennen alsof mijn leven ervan afhangt. Af en toe slaak ik eens een belachelijk gilletje (dat mannen steeds fantastisch schijnen te vinden, tenminste, de mijne toch). Harde muziek overspoelt me, zorgt ervoor dat ik blijf hollen met van die griezelige onvoorspelbare wezens in mijn buurt. Ze kunnen me elk moment aanvallen, trachten te doden. Ik weet niet uit welke hoek de eerste aanval zal komen. Terwijl ik achterom kijk, vergeet ik de obstakels die voor me liggen. Ik knal keihard tegen een grote sterke rots die van geen wijken weet. Versuft lig ik op de grond en doe mijn best om het bewustzijn niet te verliezen.

Wapens genoeg, munitie overhoop en toch verliezen en doodgaan.

Het verleden lijkt me in te halen, ik hoed me ervoor. Ik heb rugdekking opgebouwd en 7 levens wat dát betreft.

Dan knál ik toch wel met een rotvaart tegen het heden aan, zeker.

Als dat niet om te janken is!