Plots hoor ik mezelf, met het volume van een stoomboot, roepen: “TWEEDE BEL, MONDJES TOE.”
Ik zit er weer in. De routine is terug. Yep, ervaring … een heerlijk gegeven.
Plots hoor ik mezelf, met het volume van een stoomboot, roepen: “TWEEDE BEL, MONDJES TOE.”
Ik zit er weer in. De routine is terug. Yep, ervaring … een heerlijk gegeven.
Ik kijk. Be-kijk.
Hij heeft een strepen trui aan en een mooi leren vestje. Aarzelende bakkebaarden, bruine ogen achter een leuke bril. Stralende lach met witte tanden. Verstrooid kapsel, mooie handen.
Ik zoek.
Naar de jongen die ik kende. De puber die me deed lachen en huilen.
Hij is weg.
Daar zit een man. Een mooie man. Een knappe man. Een zeer aantrekkelijke en boeiende man.
Ik schrik. Zo bekeek ik hem nog nooit. Hij omhelst me en lacht.
Daar is hij weer. Toch die jongen die me vertrouwd was. Maar de adolescent is verdwenen. We praten over grotemensenzaken.
Ik vertel mijn verhaal. Ik geef me bloot.
Maar ik voel me toch weer zijn tante. Gelukkig maar.
Mijn rol staat vast. Want ik ben zijn enige en echte tantieris. En hij mijn eigen lieve Rikea.
Zeg het eens …