Gebarsten

6 10 2008

We kozen voor metaal. Beton en steen. Sterk. Krachtig. Onverwoestbaar. Stevige fundamenten bouw je daarmee. Daarop kan je een huis bouwen. Dachten we.

Bij de eerste slag van de eerste hamer kwamen er barsten. De waterval deed ze scheuren, vrat in. Dieper en verder. Toen kwam er nog een slag en nog één. Uiteindelijk kwam er van de stevige grondvesten niets in huis. Drijfzand leek vaster.

Het huis zonk. Brokkelde uiteen. Zakte in elkaar. Als plumpudding. Als kaarten.

Woorden ontbraken. Verstopt. Verborgen. Onvindbaar.

Enkel dit kon ik hem laten luisteren. Ik zie nog hoe hij neerzeeg. Toen hij besefte wat de waarheid was. Mijn waarheid. En hoe ik die niet kon zeggen. De klank van mijn stem zou hem breken. Mijn woorden zouden hem doden. Ik vluchtte in Marco’s stem. Hij deed het voor mij.

Heden lijkt me dat zeer wreed. En zeer dramatisch. Maar ik heb het mezelf vergeven. Het kon niet anders.

Nu denk ik soms …

hadden we maar geopteerd voor hout.