Elk woord snijdt, holt me uit.
Masochistisch. Ik lees. Herlees. Kwel mezelf.
Laat het mes zijn werk doen.
Knip me, kerf me. Elk gevoel geamputeerd.
In mijn klokhuis zitten geen pitten meer.
Elke kiem gesmoord in een overvloed van scherpe kiezels, koppen met keien.
De huid, die alles samenhoudt, wordt verscheurd. Geen cleane, scherpe snede maar een ruwe karteling van zacht vel dat om streling smeekt.
De kloven groeien, verwijden zich door het stromende vocht.
Mijn harteklop vertraagt.
Ik rijt mijn kern aan flarden.
Ik smacht, ik snak …
naar verlossing.
Bevrijd me.
Dit gaat door merg en been
Het stromende vocht zal de keien bevloeien en ze alras omtoveren tot een vruchtbaar landschap waar iets mooi kan opbloeien.
Moed.
Was getekend
Hier word ik heel stil bij…
Eikes!