Kijken naar zijn foto. De lijfelijke pijn snijdt door mijn hart en door mijn ziel. Bijna misselijk worden. De tranen steken, prikken maar komen niet. Ze vinden hun weg naar binnen, waar ze nét niet de wanhoop verdrinken. Mezelf wentelen in een wolkendeken van zon, herinnering. Volschieten met souvenirs die, als een Lourdes-Mariabeeldje, wankelen op de dunne lijn tussen oprecht en fake. Dan toch maar het water laten komen.
Geen soelaas gevonden.
De wetenschap van het nooitoftenimmermeer vermoordt elke sprankje van verwachting. In de kennis van het kanniet en zalniet huist er wreedheid. Mijn blijheid wordt geluiqideerd door realiteit.
Een woord dat me mijn strot uitkomt. In dromen verwijl ik graag. Deze foltering … laat ze aan mij voorbijgaan.
Zeg het eens …