3 12 2008

Harde wind. Bladerregenbui. Grijswitte wolken. De baan is vrij … helemaal van mij alleen. Mijn vingers knellen zich rond het autostuur. Woesj… de storm beukt mijn wagen.

Het kathedraalgevoel sluipt binnen. De neiging om het stuur los te laten en te zien waar ik eindig. Om mezelf vrij te laten en me over te geven aan de natuur, de goesting om te vliegen, te fladderen, te dwarrelen, te zweven.

Wanneer ik later oud en dement ben, zal ik het doen.

Mezelf van een hoge toren laten vallen, de brug afspringen, me laten overspoelen door een bulderende oceaan, de teugels laten vieren …

Nu houdt mijn verstand me nog tegen. Ooit zal mijn hart overwinnen. ’t Zal zeer doen, dat weet ik nu al. Maar dat ene moment van overgave. Ik snak er naar.