Wanneer een vriendin begint te watervallen bij het bovenhalen van een citroen, weet je dat er iets mis is. Haar ‘frank’ viel dan ook meteen. De citroen werd gesneden, het water gekookt en de troost-chocola getoverd.
’t Is niet altijd een mooi zicht. Dat vrouwengeklater. Eerst het trekken van de mondhoeken, dan het rollen van tranen, het neussnuffen vervolledigt het plaatje. Eentje dat altijd eindigt in slappe lach en knuffels en ‘ik zie u graag” en “ik mis u zo” en “ik ben zo blij dat ik u heb.”
Ze is mijn beste maatje … al meer dan dertig jaar. Zwaar verwaarloosd. Door mij. Soms één, twee of zelfs drie maanden geen telefoon, geen sms, geen mail. In deze tijden van contactgekte is dat schandalig.
’t Is dat ik weet … als het er op aankomt…
Dus stond ik aan haar deur. Met zakdoekengesnuf en gebleet. Zo van dat gejank met geluid en hulpeloos gestamel dat zij natuurlijk compleet begrijpt. Ik Jank en Stamel en Stotter en Snuif en zij doet gewoon gezellig mee want dat alles samendoen is zo heerlijk troostend. Nadien zeuren we nog wat over ons figuur en het figuur van ons mannen. Over ons (schoon)moeders en zusters. Over onze collega’s en ons werk. Over de kinderen en het weer.
Met ook al dertig jaar dezelfde slotsom: Wij zijn goed bezig!
Christian zegt het ook … 😉
Zeg het eens …