Wij lachen wat af

22 02 2009

Zondagochtend. Bijna middag. Ontwaken. Lui, langzaam, loom. Glimlachen. Praten. Van een evaluatie van de gezellige zaterdagavond tot ‘wie gaat er naar de bakker?’. (Waarop ik het antwoord al weet want dat is hier altijd (het)dezelfde)

Grapjes maken. Lachen. Onnozel doen. Plots zegt hij: “Ik zen nogal ne keirel, eh.” Ik antwoord droogweg: “Ja, mé u kunde lachen.

Van Vlees en Bloed-conversaties in bed. Tja … Wij durven nogal wat zeggen!

En nu ga ik een ‘toereke doen’ naar de beenhouwer. Joepie!