Lap … dan is een mens al eens ziek … loopt het toch wat in het duizend.
Dit jaar heb ik een klas met pubers. Echte pubers. Zowel van lijf en leden als van problematiek en troubles.
Veel mag ik daar hier niet over zeggen. Privacy en toestanden. Maar het moet me van het hart.
Gedurende drie weken lopen ze wat verloren rond. Een lagere schooljuf is een constante, dagelijkse factor en wanneer die wegvalt (wegens sinusitus enzo), vallen bijgevolg ook de lessen weg. Geen kat die nog in het onderwijs wil, dus vervanging is niet mogelijk. Een babysitprogramma uitdokteren waarbij de leerlingen tóch de nodige leerstof verwerken op hun eendje. Leerlingen verdelen, collega’s die hen wat in doog houden en that’s it. Vandaar dat ik effectief wel probeerde terug te gaan, vorige donderdag, maar me half de dag door mijn liefste collega van Turnen naar huis moest laten voeren. Wegens wit en mottig.
Ze springen zowiezo al uit de band, die schatjes van mij. Geef een problematiek en ik heb hem (of haar) in mijn klas zitten. Uren babbel ik met kinderen, ouders, collega’s, clb en allerlei deskundigen die me geen kant noch wal laten raken. Grijs haar en handen erin!
Uren spendeer ik aan piekeren over de juiste aanpak, de meest genode hulp. Ze zien me graag en dat geluk mag ik koesteren met twee pollekes. Ze missen me en sturen me mailtjes vol schrijffauten. Mijn flauwe humor valt in prima aarde en mijn strengheid geeft structuur waar ze eigenlijk stiekem naar snakken.
Maar nu ik er niet meer ben mét mijn beruchte ijzersterke en dodende blik, hangen ze het uit dat het niet meer schoon is. Er is gestolen (uit mijn eigenste bureau), er is gevochten (met schorsing boven het hoofd hangende), er wordt aan vandalisme op de toiletten gedaan. Voor u denkt dat ik in een crimineel schooltje lesgeef … niemand heeft dit ooit meegemaakt. Geen enkele collega weet wat hij aan moet met mijn klas. Ik word er zelf ontzettend moe en ook wel ziek van. Uren kan ik erover vertellen. Mijn mening is gevormd en het valt niet positief uit voor de ouders van mijn mannen. Het is niet simpel om een kind op te voeden in deze tijd, dat kan ik u vertellen. Maar wanneer ik merk dat die mannen soms gewoonweg snakken naar een lief woord en wat vertrouwen … dan draait mijn maag. Blaffende honden bijten niet.
Soms moet je ze eens over hun hoofdje strelen.
Zeg het eens …