Kuifje in disguise …

22 03 2009

Zo noem ik hem. Niet altijd ben ik het met hem eens. Maar wanneer ik hem hoor praten over Toscane, literatuur, zijn geloof in een multiculturele samenleving, zijn hoop voor een maxi-Europa zonder mono-mensen, zijn menselijke foutjes en kantjes die hij er niet afloopt maar fietst…
Dan denk ik vandaag, na het interview op Radio 1: Ik vind Guy Verhofstadt een sympathieke mens. De politicus in hem rustte even uit, sijpelde wel binnen maar werd overspoeld door het hoge Kuifje in Europa-gehalte dat ik steeds in hem zie.
De Guy is zo slecht nog nie.





VB (Vreemde Boekenlezing)

26 05 2008

Vandaag op de bus ontdekte ik het volgende: Ik ben een racist.

Versta me niet verkeerd: ik werk voor een organisatie die alles rond mensenrechten uitspit, ik schrijf maandelijks voor Amnesty International, ik doneer aan Oxfam en ik knik telkens vriendelijk goedendag naar mijn vreemdelingenmedemens …

Maar wanneer ik lees is het zo: Ik ben een racist.

Bij de naam Haruki Murakami van “Kafka op het Strand” heb ik de neiging om te stoppen met lezen, bij Deense detectiveverhalen klap ik minstens 3 keer het boek toe.
Mijn manier van lezen laat vreemde namen niet toe. Ik ben namelijk een krak in ‘skimmend lezen‘.

Dat komt vanuit mijn gulzige aard. Verslinden, verscheuren, verzwelgen … boeken zijn niet veilig in mijn buurt.

Manlief kan in volle verbazing naar mij kijken. Al lezend ben ik dus toch een bezienswaardigheid. Jihaa.

Hij gelooft ook nooit in mijn snelheid. Tot ik dan perfect het verhaal kan navertellen en hij dus wel moet toegeven dat ik het tóch lees.

Het lukt me ook niet om een boek op een andere manier te lezen. Ik probeer het soms: dan lees ik luidop -in mijn hoofd- elk woord van elke zin. Mensen, dat is saai. En dat duuuuurt zo ontzettend lang.

Gek, maar door me zo enorm te concentreren op de tekst en de woorden, gaat de inhoud en de schoonheid van het verhaal totaal aan mij voorbij. Maar dat moet ik nu eenmaal wél doen om de personages uit elkaar te houden. Bij namen als Bill, Barbara en Jake is dat geen probleem. Dan weet ik zonder problemen wie mannelijk, vrouwelijk, kind, stad of station is. Bij Oshima, Nakata, Takamutsu, Saeki en Hoshino is dat een zware aanslag op mijn herinneringsvermogen. Ik kan op de duur echt niet meer volgen.

Dus ik blijf een racist … Gelukkig enkel wat boeken betreft.





Laten wij aanbidden.

28 02 2008

Gewoonlijk lees ik 2 of 3 boeken tegelijk. Eentje naast het bed, eentje in de badkamer en eentje dat in de woonkamer en de keuken ligt. Ik lees tijdens het koken, terwijl ik puzzel, tv-kijk, in bed, in bad …

Mijn concentratiemogelijkheden zijn zodanig gelimiteerd dat ik niet genoeg heb aan één boek, ik verslind ze te erg. Maar het boek van Ann-Marie MacDonaldLaten wij aanbidden” laat me niet los. Een prachtig boek, vooral als je wat feministisch aangelegd bent.

De reden dat ik het boek koos, was een werk dat ik nu maak rond vrouwenrechten. Ik vond het op een lijstje dat hierover gaat.

Achteraf bekeken is dat etiket niet echt juist. Dit boek gaat vooral over de schending van vrouwenrechten. Hoe één familie bestaande uit louter meisjes, door één enkele man (de echtgenoot, vader, grootvader) zodanig in de vernieling kan worden gestort, je houdt het niet voor mogelijk. Familiesaga’s zijn echt wel aan mij besteed, deze slaat toch alles.

Vrouwen kunnen zo sterk zijn, ongelooflijk. Ze triomferen over alles en iedereen, zelfs over de dood heen. Het verhaal is echter niet zwart/wit, mijn begrip ging ook wel uit naar de mishandelende man. Het drukte me op het wrange gevoel dat niemand echt goed en echt slecht is, alhoewel een hokje altijd handiger lijkt.

Toen ik achteraf vernam dat de auteur lesbisch is, verbaasde dat feit me niet echt. De lesbische vrijscène werd met grote kennis van zaken geschreven. 😉

Het vrouwelijke standpunt is het belangrijkste in dit boek. Ondanks de alwetende schrijfstijl, is het oogpunt van de vrouwen mooier, beter en dieper uitgeschreven.

Het is een boek waarvoor ik moeilijk de juiste woorden vind. Echt goed, echt lezen … misschien volstaat dat wel?





I feel the earth move

8 02 2008

Van mijn 15de tot mijn 20ste werd mijn wereldbeeld compleet door elkaar geschud telkens ik een boek las van Stephen King. De eerste was Carrie (hoe kan het anders?) en toen kwam Christine en It … Ik verslond ze, die boeken. Maar was elke keer volledig onder de indruk. Na zo’n boek leek de aarde bewoond met slechte mensen die er op uit waren je iets aan te doen dat wreder was dan Hitler. Achter elke hoek, achter elke muur kon er iets je bespringen en levend verslinden. Het desolate gevoel dat de hoofdrolspelers altijd hebben, de eenzaamheid van het leven dat ze leiden, de wreedheid van de mensen rondom hen … ik lag er wakker van.

Jaren later kreeg ik The Dreamcatcher (boek én film) voor mijn verjaardag. Na het boek haakte ik af. De film zou er te veel aan zijn.

De afgelopen dagen las ik Rosie. Een vrouw wordt 14 jaar mishandeld door haar man, die politieagent is. Wat meteen wil zeggen dat niemand haar helpt, haar man alle toegang krijgt om haar op te sporen wanneer ze verdwijnt en ze dus het recht in eigen handen zal moeten nemen.

Soms bijt ik de nagels van mijn vingers en heb zin om te roepen: “Pas op, hij staat om de hoek!” maar bij het lezen klinkt dat zo onozel. Ik verdwijn in het boek, in het verhaal en word altijd ‘wakker’ met een enorm angstig gevoel. Het duurt wel enige dagen eer ik weer met een gerust hart door onze donkere gang loop en ik weer kan in slaap vallen zonder dat ik manlief naast me moet voelen.

Soms voel ik me terug 16 … waar een boek van Stephen King al goed voor is.